Hoe beoordelen we de kwaliteit van onderwijs? Het is geen eenvoudige vraag. We verwachten immers veel van onderwijs. Bovenwijs hecht daarbij groot belang aan de kwaliteit van de geboden ‘scholing’. Maar ook daarin zijn veel aspecten en beoogde kwaliteiten te onderscheiden. We zien achteruitgang op bepaalde vlakken, maar vooruitgang op andere. De verschillen tussen de studierichtingen en scholen zijn daarbij enorm.

Vooruitgang

Vergeleken met enkele decennia geleden én tegenover de actuele noden, zien we op de meeste plaatse een reële vooruitgang voor:

  • Een meer respectvolle, democratische en minder autoritaire omgang tussen leerkrachten/docenten en jongeren. Strijd tegen pesten, …
  • Meer aandacht voor maatschappij, natuur, ecologie en seksuele opvoeding.
  • Meer zorg voor jongeren met problemen en groepen die achterstand kennen: migratie, minderheden, beperkingen, …

Achteruitgang

Op diezelfde termijn zien we echter ook talrijke aanwijzingen voor achteruitgang inzake:

  • De intellectuele vorming, het Bildungs-ideaal, de homo universalis.
  • Cruciale vakken: Nederlands, wiskunde en enkele andere talen.
  • Rationeel denken en de wetenschappelijke methode, maar ook creativiteit.
  • Evenwicht tussen rechten/welbevinden van de jongeren en hun plichten.
  • Met tegenslagen kunnen omgaan, doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidszin, …
  • Aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en sociale noden.
  • Bijdrage tot onze Europese, Nederlandse en Vlaamse cultuur.

Twijfels …

Tegelijk doemt voor een aantal kwaliteiten een gemengd beeld op:

  • De ‘competenties voor de 21ste eeuw’ krijgen meer aandacht, maar nog ruim onvoldoende, zeker voor STEM, burgerschap en inclusieve competentie.
  • Correcte en onafhankelijke informatie over beroeps- en studiekeuze: o.a. over de kwaliteit van de verschillende opleidingen en scholen is te weinig objectieve informatie beschikbaar. 
  • Voor de democratisering van het onderwijs trappelen we al decennia ter plaatse.
  • Qua inclusief beleid lijkt onderwijs lijkt soms achteruit te boeren. Aan goede bedoelingen geen gebrek, maar adequate maatregelen, …
  • De stimulering van creativiteit lijkt in de scholing van veel jongeren eveneens zwak. Dat was vroeger zo, en nu nog steeds. 

Terzijde, deze inschatting is niet het resultaat van wetenschappelijk onderzoek. Het is de inschatting van veel van onze leden. We steunen daarbij op vergelijkende internationale onderzoeken, op Vlaamse onderzoeken naar onderwijseffectiviteit en op input vanuit scholen en bedrijven. Wil u meewerken aan een betere analyse, wordt dan lid van Bovenwijs, geef uw ervaringen mee of neem deel aan onze denktank Res Cogitans.

Terug naar de thuispagina.