Kijk naar de oorzaken van de dalende onderwijskwaliteit

De Standaard gaf als aanzet

Slecht onderwijsbeleid en slecht migratiebeleid: dat zijn de oorzaken van de leesvaardigheidsproblemen De problemen van het onderwijs liggen aan de veel te lage verwachtingen en aan het brede onderwijs- en migratiebeleid van de voorbije kwarteeuw, schrijft een groep ervaringsdeskundigen.

Onze opinie

Het Pirls-onderzoek bevestigt een verdere grote verzwakking van onder meer de leesvaardigheid bij tienjarigen, meer dan in zowat alle andere, vergelijkbare landen. Maar de reacties van specialisten in de media en bij de verantwoordelijken voor ons onderwijs gaan de diepe oorzaken uit de weg. Uit onze gesprekken met leerkrachten, directies en oud-onderwijs­mensen én de talrijke opinieartikels uit die hoek blijken wat de diepere oorzaken van die problemen zijn. Grofweg de helft van die oorzaken wordt straal genegeerd.

Veel oorzaken die wél worden vermeld, zijn overigens niet typisch voor Vlaanderen: honger en onvoldoende slaap komen ook elders voor. Er ­bestaat geen enkele aanwijzing dat die problemen hier meer voorkomen dan elders. De coronacrisis en het lerarentekort waren bovendien alleen maar katalysatoren. Er is namelijk wel voldoende personeel, maar dat wordt weinig efficiënt ingezet. Overbelaste lesgevers zijn er overal, maar globaal kennen het secundaire en het hoger onderwijs veel te kleine klassen en lesgroepen; het lager onderwijs dan weer te grote. Voorts verschilt de reële werklast tussen de leerkrachten significant. Maar dat is wel het gevolg van het gevoerde beleid – lokaal en nationaal.

Rechten zonder plichten

Veel overheden, koepels en inrichtende machten zweren nog altijd en te vaak exclusief bij welbevinden, rechten van de leerlingen, sociale mix en gelijke onderwijskansen. Het woord ‘welbevinden’ staat 68 keer in het bronnendocument van de onderwijsinspectie, het woord ‘rechten’ een veertigtal keer. Maar plichten van leerlingen of ouders staan er nergens bij.

Ook de aanbevelingen in het officiële ­onderzoeksrapport laten ons op onze honger. We zijn het ermee eens dat er een besef van de problemen nodig is, dat hoge verwachtingen essentieel zijn, dat leerkrachten en scholen ­gerespecteerd moeten worden, dat er meer boeken nodig zijn en dat veel ­ouders de eigen taak ernstiger horen te nemen.

Maar waarom zwijgen onder­zoekers, media en politici zo vaak over, om maar iets te noemen, het cruciale belang van een sterke schoolleiding? Al jaren verliezen we elk jaar ­gigantisch veel schooldirecteurs. De nieuwe worden zelden correct opgeleid, laat staan tijdig. De hardwerkende directies ­kreunen bovendien onder nodeloze administratieve taken en een ­ontspoorde druk om zich te verantwoorden tegenover de hogere over­heden en de ouders van de leerlingen. Geen wonder dat ze het snel begeven. Nochtans toont onderzoek aan dat ­bekwame directeurs een groot verschil maken. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de zwoegende leerkrachten!

Rode draad

Waarom zwijgen over de impact van pedagogisch-didactische richt­lijnen van bovenuit? Het heet dan ­zedig dat we meer nood hebben aan ‘structurele versterking van lerarenteams’, ‘heldere, coherente, evidence-informed informatie’ en ‘zicht op ­eigen prestaties’ Maar geen kritiek op wie desondanks blijft zweren bij ­hypes en dogma’s, of centrale toetsen saboteert. Want hoe krijgen we zicht op de eigen prestaties zonder een ­uniforme meetlat?

Wat met de decennialange verwaarlozing van gedegen onderricht in de grammatica en van de nood­zakelijke basiskennis? Wat met de ­feitelijke minimumdoelen die danig ­tekortschieten? Die minimumdoelen zijn in de praktijk maar vage richt­cijfers op school­niveau. Maar er ­bestaat in de praktijk geen waarborg op de minima waaraan leerlingen moeten voldoen om een diploma te behalen.

Waarom verzwijgen dat de inburgering tekortschiet, waardoor er ­zoveel Nederlandsonkundige nieuw­komers (en ook mensen die hier al veel langer wonen) blijven rond­lopen? Of dat zoveel ‘experts’ zelfs de nood aan gedegen taalintegratie ­jaren afstreden. Zelfs de al zo zwakke vereisten uit de minimumdoelen gelden niet voor grote groepen leerlingen, wat nog extra bijdraagt tot de lage ­verwachtingen.

Waarom verzwijgen dat anderstalige ouders de morele plicht hebben om zelf Nederlands te leren en dat ook thuis te gebruiken, al dan niet naast de taal van herkomst. Een andere thuistaal is dus niet problematisch, maar wel aanhoudende Nederlandsonkundigheid.

De rode draad doorheen dat verzwijgen lijkt ons hoofdzakelijk het brede onderwijs- en migratiebeleid van de voorbije kwarteeuw. Tijd voor ouders en leerkrachten om weer respect af te dwingen voor het legitieme recht van ieder kind op uitmuntend onderwijs.

Extra commentaren vindt u hier.

Mede-ondertekenaars:

Christophe Baele leerkracht SO,

Swa Cauwenbergh oud-leerkracht LO,

Erik Claessen leerkracht muziek,

John Dejaeger ex-ceo BASF Antwerpen,

Ingrid Desaeyer oud-directrice SO,

Dirk Plaetevoet onderwijsfilosoof, leerkracht SO,

Marc Rabaey directeur GITO,

Leon Volders oud-directeur CLB en oud-lerarenopleider,

Rudi Dierick voorzitter Bovenwijs vzw