Bestaande centrale tests

Anno 2020 worden er al op veel scholen niveautests afgenomen. Die worden ook ‘centrale examens’ genoemd. Dat zijn ofwel Vlaamse toetsen (de facto een synoniem voor ’testen’) ofwel internationale toetsen, of beide. Het doel is steeds nakijken of een jongere voldoet aan bepaalde vereisten qua scholing en hoe goed die scholing is.

Vlaamse niveautoetsen

Een meerderheid van de Vlaamse scholen neemt één van de volgende niveautoetsen af:

  • Paralleltoetsen: voor alle scholen en koepels, ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs.
  • OVSG-toetsen: jaarlijks geactualiseerd door de experten van Vlaamse steden en gemeenten, ook goed benut in GO!.
  • Interdiocesane proeven: bestaan al decennia, voor katholieke scholen.

Daarnaast zijn er ook ingangsexamens en ijkingstoetsen. De Vlaamse overheid laat ook nieuwe centrale toetsen ontwikkelen voor Nederlands en wiskunde, de ‘Vlaamse toetsen’. Voor meer informatie over al deze testen, hun sterkten en zwakten, zie hier.

Internationale toetsen

Internationale onderzoeken steunen typisch op steekproeven. Bij een relatief groot aantal scholen per land wordt éénzelfde test voor leerlingen van één zelfde leeftijd. Er bestaan meerdere vergelijkende, internationale testen zoals:

  • PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study)
  • PISA (Program for International Student Assessment)
  • TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study)

Honderden Vlaamse scholen nemen deel aan één of meer van deze internationale toetsen.

SODA+

Een speciaal geval van grootschalig gebruikte toetsen zijn de SODA-toetsen. Deze vormt een buitenbeentje in dit verhaal. Het is een particulier initiatief (van SODA+ vzw). Het is ontstaan in een samenwerking van technische scholen, bedrijven en academici, op initiatief van een ingenieur-lesgever in TSO en BSO.

Daarbij wordt gedurende het schooljaar nagekeken hoe sterk elke leerling in de deelnemende scholen (een honderdtal) staat qua houding en gedrag, met name ‘Stiptheid, Orde, Discipline, en professionele Attitude’. Mede door de strenge eisen die SODA+ stelt en de ernstige beoordeling door de schoolteams, slaagt slechts de helft. Met daaronder veel leerlingen met een migratieherkomst. Door die aanpak ontstaat een sterke sociale dynamiek, behouden de scholen hun eigen project en wordt de globale ontwikkeling van de jongeren evenwichtiger en socialer.

SODA+ is dus geen ‘niveautest’, maar wel een centraal gestroomlijnde permanente evaluatie. Het is een redelijk uniek instrument voor de consistente waarborging van bepaalde noodzakelijke kwaliteiten van goed onderwijs.

SODA+ is de enige grootschalige meetinstrument waarvan de resultaten integraal gedeeld worden met de jongeren en hun ouders.

–> Bovenwijs visie Bovenwijs op niveautoetsen.